Zuivelbedrijven moet inspelen op daling van de melkaanvoer

De melkproductie in Noordwest-Europa zal de komende jaren naar verwachting structureel afnemen en dat zal gevolgen hebben voor zuivelbedrijven, aldus analisten van de Rabobank. Wanneer de daling van het melkvolume geleidelijk verloopt, kunnen bedrijven daar op inspelen door over te stappen op de productie van eiwitingrediënten met een hogere toegevoegde waarde, kaas en consumptieproducten onder merken. 

De afgelopen tien jaar hebben Denemarken, Duitsland, Nederland en België sterk bijgedragen aan de groei van de melkproductie in de Europese Unie. De komende jaren zal de melkproductie in deze landen vermoedelijk structureel gaan dalen. Dat wordt aangewakkerd door een langere periode van een lage  winstgevendheid, milieubeperkingen, problemen met de bedrijfsopvolging en het vinden van personeel, extremere weersomstandigheden en onzekerheid over op handen zijnde beleidsveranderingen.

De daling van de groei van de melkproductie zou volgens de analisten van de Rabobank wel eens sterker zou kunnen zijn dan eerder werd voorzien, bijvoorbeeld wanneer de deadlines voor Europese regelgeving voor de waterkwaliteit dichterbij komen en de doelstellingen voor om de emissie van ammoniak te verlagen scherper gesteld gaan worden.

Voor zuivelbedrijven worden de structureel afnemende melkvolumes een uitdaging. Het zal invloed hebben op hun operationele en financiële prestaties. Krimp in de melkaanvoer gaat gepaard met inkomstenverlies en een verminderde kostenefficiëntie. De concurrentie om melk neemt toe en anderzijds is er het risico van overmatige verwerkingscapaciteit op de balans. Voor zuivelcoöperaties zijn de uitdagingen nog complexer, omdat een lagere melkaanvoer doorgaans samengaat met het terugtrekken van kapitaal door leden.

In een scenario van een geleidelijke daling van de melkaanvoer over een langere periode zou een strategie van transitie naar eiwitingrediënten met een hogere toegevoegde waarde, consumptieproducten via sterke merken en kaas waarschijnlijk beheersbaar zijn. In een scenario van een sterkere daling van de aanvoer over een kortere periode worden de gevolgen ernstiger naarmate verloren inkomsten, overcapaciteit en kapitaalbeperkingen zich snel opstapelen.

Zuivelbedrijven doen er volgens de Rabobank verstandiger aan om proactief te handelen dan in een later stadium met zwaardere gevolgen als gevolg van een daling in de melkaanvoer te worden geconfronteerd.

Bekijk het rapport van Rabobank

Laatste nieuws