Ben & Jerry's kan ook via rechter verkoop van ijs in Israël niet voorkomen

NEW YORK - Een poging van Ben & Jerry's om via de rechter de verkoop van zijn Israëlische tak te laten blokkeren is mislukt. Een rechter in New York heeft het verzoek van het Amerikaanse ijsmerk voor een voorlopige voorziening in de zaak tegen moederbedrijf Unilever afgewezen.

Het conflict gaat over de verkoop van ijs van Ben & Jerry's op de Westelijke Jordaanoever. Ben & Jerry's haalde zich de woede van veel Israëliërs op de hals door aan te kondigen geen ijs meer te willen verkopen in de Israëlische nederzettingen in Palestijns gebied.

Unilever kondigde vervolgens in juni aan de Israëlische activiteiten van Ben & Jerry's aan een andere partij te verkopen. Daardoor kan het ijsmerk onder de Hebreeuwse en Arabische naam toch beschikbaar blijven in de nederzettingen.

Het ijsmerk, dat een activistisch imago heeft, liet het er niet bij zitten en stapte naar de rechter. Ben & Jerry's heeft wat betreft zijn sociale missie al jaren een grote mate van zelfstandigheid binnen Unilever. Het ijsmerk claimde dat de integriteit van zijn merk door de verkoop wordt aangetast. 

De rechter gaat alleen niet mee in die redenering. Hij noemde de beweringen van Ben & Jerry's onder meer "te speculatief". Ben & Jerry's zou niet hebben aangetoond dat het onherstelbare schade zou lijden als de door Unilever gemaakte verkoop gewoon doorgaat. Unilever kondigde eerder aan dat het Ben & Jerry's in Israël verkoopt aan Avi Zinger, eigenaar van branchegenoot American Quality.





Laatste nieuws